De discotheek is opgevat als een wandeling door een continue ruimte, waar je elkaar kunt tegenkomen, waar je kunt zitten, drinken en staan en waarin je onderin, in het midden, kunt dansen. De discotheek is als een machine geplaatst in een gemeentelijk
monument,
dat is afgebroken en als
huls is herbouwd.
Kleur geeft een warme en kermisachtige sfeer aan het interieur. Sfeer, beeld, en het gevoel dat daarmee kan worden opgeroepen, zijn onderdeel van het functioneren van de architectuur.