De ruimtelijke continuïteit van de route door het gebouw, van de begane grond naar het dak, wordt ondersteund door het materiaalgebruik. Beneden zijn donkerdere materialen toegepast dan boven. Op de eerste verdieping bevindt zich de patio, daar vloeien binnen en buiten samen. Op het dak

woon je bijna buiten, als in een tent. In het interieur staan objecten die de ruimte een functie geven: een toilet, een bad, een kast. Omdat de straat waarin het gebouw staat destijds bestond uit autonome, losse panden is ook de woonstudio ontworpen als een autonoom, op zichzelf staand gebouw.